ten en soms wanprodukten van onze tijd of van wat zich soms als nieuwe cultuur aandient.
Een woord van dank aan de velen die, dichtbij of ver weg, hebben meegedacht en aan wier denkbeelden ik veel ontleend heb. De weergaven; daarvan komt uitsluitend voor mijn eigen verantwoording.
bij de tweede druk
Wegens de zeer grote belangstelling voor dit boek was reeds binnen twee maanden een herdruk noodzakelijk.
Hoofdstuk 13 is onder meer uitgebreid met een kort overzicht van de resolutie die op 17 oktober 1970 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is aanvaard, waarmee het Tweede Ontwikkelingsdecennium is ingeluid.
bij de derde druk
Opnieuw bleek binnen enkele maanden een herdruk van deze uitgave noodzakelijk. Het is verheugend dat bij zovelen belangstelling bestaat voor de zaken die ik in dit boek heb aangeroerd. Ik hoop dat deze belangstelling tot uitdrukking komt in hetgeen het Tweede Ontwikkelingsdecennium - dat op 1 januari 1971 is begonnen - voortbrengt.
bij de vierde druk
Deze vierde druk verschilt alleen van de voorafgaande uitgaven voor wat betreft hoofdstuk 13. Dit werd opnieuw geschreven. De eerste twaalf hoofdstukken moeten dus gelezen worden in het besef dat zij in 1970 werden geschreven. Zij hebben weinig van hun actualiteit verloren als gevolg van de stagnatie die er in de ontwikkelingssamenwerking - voor de wereld als geheel - is ingetreden van 1970 af.
Wat enkele kleine landen betreft is er wèl vooruitgang gemaakt; zo door de Scandinavische landen en door Nederland. In het bijzonder aan de tegenwoordige regering is een verdere versterking te danken; en de verantwoordelijke minister voor ontwikkelingssamenwerking, Drs. J.P. Pronk, heeft zich met alle kracht èn met zijn kennis van zaken, voor zijn taak ingezet. Zijn vrienden, tot wie ik mij mag rekenen, wensen hem veel succes.
's-Gravenhage, mei 1974
J. Tinbergen