Reinaert, in Tyl Uylenspiegel. Pallieter is er vol van, vloeit er zelfs ruim van over. Nu en dan wel eens buiten mate, hoe ook beperking, vooral in een kunstwerk vol onbedaarlijke levensblijheid, van des te grootere kracht had getuigd....
Om wat er in Pallieter gebeurt, moet ge niet vragen: feitelijk gebeurt er niets. God schept den dag, en Pallieter gaat er door - het leven is zoet - om, eindelijk, met Marieken te trouwen. Dit is het heele verhaal. Maar met moderne schildersoogen gezien, naar impressionistische inzichten verbeeld, lééft in dat boek daarenboven het schoone, oude Netheland - waarin Pallieter, Lucifer de Bok, Beiaard de Merrie, Loebas de Hond, Peterus de Ooievaar, met Marieken en François de Schilder, hun eenvoudig, hartstochtloos, ja, idyllisch - maar toch Breugeliaansch - bestaan, in argeloos bewegen en genieten slijten. Zóó zuiver wordt zelfs dat bestaan in het landschap beschreven dat, als men het boek uit heeft gelezen, ‘men zich wezenlijk eenigermate voelt als of men een dag buiten tusschen boomen en overal gras, joviale jonge landheeren en nog andere leuke, soms wat dorpsche menschen had doorgebracht....’ aldus zei het Willem Kloos.