droefheid innig verwant aan zijn religieuze verhouding tot het raadsel van de dood. Dit was bij hem geen simpele verhouding, gelijk bij de naïeve gelovige, die zich met een kinderlijke voorstelling van de hemel tevreden stelt of bij de overtuigde goddeloze, die meent, dat met terugval tot de stof alles voor altijd afgelopen is. Aan de werkelijkheid van Gods wereldbestuur heeft Timmermans in heel zijn leven nooit rnstig getwijfeld, maar de geheimen van het hiernamaals doorhuiverden hem met onzekerheid over zichzelf en over de diepste betekenis van zijn bestaan.
In de twijfelingen van Isidoor komt in De pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt veel tot uitdrukking van hetgeen Felix Timmermans als jeugdige kunstenaar, aangetast door een gevaarlijke ziekte, moet hebben doorworsteld, voordat hij in de vijf vertellingen, die hier herdrukt worden, een aannemelijke vorm kon geven aan zijn gevoel. In vergelijking tot zijn latere boeken krijgt deze eerste novellenbundel, waarin de stijl nog tast naar gaafheid, de kracht van een getuigenis over de dingen, die zijn weemoed onderhielden, toen zij teruggedrongen scheen door zijn levensvreugde. Zonder dit boek te hebben gelezen, is het moeilijk, de zware oorsprong van die vreugde te ontdekken.
De strijd van zijn aangeboren dichtersnatuur om de verovering van de vorm, waarin zijn geestelijke levenservaring het zuiverst tot uitdrukking kon worden gebracht, was in 1909 nog niet tot rust gekomen. Voordat Schemeringen van de dood in 1910 werd uitgegeven, had Felix Timmermans in Vlaamsche Arbeid gedichten gepubliceerd. Het smartte hem, dat hij hierin niet de voltogenheid van vorm kon bereiken, die hij verlangde.