Bladwijzer.
Op het Gebed. | Bladz. 1 |
Deugderijke Herderszang, of het veertigste verjaargetijde van mijn Hooggeëerde Moei, Juffrouw Sara van de Lande, wanneer men teffens den negende verjaardag van haar Zoon, mijn Neefje Hendrik van Oort vierde. | 2 |
Letterloof, gevlochten ten geboortekrans voor mijn Broeder, Hendrik de Timmerman, zijn elfde jaar vervullende. | 9 |
Ter zes en veertigste verjaardag van mijnen hooggeachten Vader. | 12 |
Lettertuiltje, gevlochten voor mijn Neefje, Johan David Herklots, zijn eerste jaar vervullende. | 16 |
Op de Staartstar, zich vertoonende in de jaaren 1743 en 1744. | 19 |
Zegezang op de blijde inkomst van Zijne Doorluchtige Hoogheid, Willem Carel Friso, Prince van Oranje en Nassau, enz. enz. enz. als Stadhouder der vereenigde Nederlanden. | 23 |
Zeelands Hoogtijd. | 28 |
Visscherszang, ter Bruilofte van den Weledelen Gestr. Heere, Mr. Kornelis van den Helm Boddaert, en de jongkvrouwe Anna van Scholten. | 39 |
Duinzang, ter Bruilofte van den Weledelen Gestr. Heere, Mr Kornelis van den Helm Boddaert, en de Jongkvrouwe Reinbrandina Cornelia Hurgronje. | 47 |
| |
Ter Bruilofte van den Heere Mr. Jan de Timmerman, en jongkvrouwe Helena Imans. | 54 |
Aan de Geestrijke Jufvrouw Elizabeth Bekker. | 57 |
Alexanders Rouwklagt over Klitus. | 59 |
Droom. | 61 |
Aan den Heere Jakobus Spex, toen zijn Ed. mij met zijne Poezij vereerd hadt. | 65 |
Gerechtvaardigd Plichtverzuim, aan mijnen Broeder Hendrik de Timmerman. | 68 |
Aanspraak van Manlius Torquatus, aan zijnen Zoon Titus. | |
Verschooningsbede van mijn Hondje, aan mijne Zuster. | 81 |
Brief van mijn Katje, aan haar oude vriendin Joli, het Hondje van mijn Broeder. | 83 |
Op het Vooroordeel. | 86 |
Lof der Vijanden. | 88 |
Voor en tegen den wijn. | 90 |
Herschepping eener Rups. | 93 |
|
|