Verantwoording
Het is mij een aangename plicht aan vele personen en instellingen dank te betuigen voor de hulp van hen bij de samenstelling van dit boek ondervonden.
Als eersten noem ik mevrouw A.J.H.J.A. Gatacre-de Stuers, dochter van Victor de Stuers, en haar zoon, de heer E.V. Gatacre, die mij op de meest onbekrompen wijze gastvrijheid in het archief van hun vader en grootvader verleenden en mij volkomen de vrije hand lieten om diens nagelaten papieren te bestuderen, zomede verscheidene tekeningen van zijn hand te reproduceren. Zonder hun hartelijke medewerking zou het mij niet mogelijk zijn geweest van de persoonlijkheid van de grote initiateur een voldoende duidelijke indruk te krijgen.
Assistentie en aanmoedigende steun van directie en ambtenaren van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg waren uiteraard voor de gehele opzet onontbeerlijk. Van hen moge ik, naast drs. H.C. van Eck en de heer C. Taal, in het bijzonder vermelden mejuffrouw Els Verwey, bibliothecaresse van de Dienst. Onvermoeibaar en met grote deskundigheid heeft zij mij terzijde gestaan terwille van het bijeen brengen van het benodigde materiaal en het vestigen van mijn aandacht op relaties, welke mij zonder haar toegewijde hulp zeker zouden zijn ontgaan. Tevens ben ik grote dank verplicht aan het hoofd van het foto- en tekeningenarchief van de Dienst, de heer M.J. Weber, en diens medewerkers, onder wie de fotografen. Hij is mij een deskundige gids geweest in de overvloed van fotografisch materiaal, dat uiteraard alleen onder zijn leiding toegankelijk is. Zij beiden hebben in wat werd bijeengebracht een uitermate belangrijk aandeel gehad.
De heer mr. W.F. Leemans heeft mij, na intermediair van ir. P. Kluyver, zeer bereidwillig veel gegevens uit het familiearchief verstrekt betreffende zijn overgrootvader dr. C. Leemans, in het bijzonder betrekking hebbend op de moeilijkheden welke zich in het College van Rijksadviseurs hebben voorgedaan. De foto van dr. C. Leemans dank ik aan de vriendelijke tussenkomst van prof. dr. A. Klasens, directeur van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
De Koninklijke Akademie van Wetenschappen stelde mij in de gelegenheid in de archieven van het Trippenhuis het ontstaan van de commissie-Leemans na te gaan.
Dank zij het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie te Amsterdam - waarbij ik, naast de algemene toestemming van de directeur prof. dr. L. de Jong, in het bijzonder de assistentie vermeld van mevrouw mr. E. Groeneveld-Oppow - was het mogelijk ten aanzien van bepaalde punten inzicht te krijgen in hetgeen de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg tijdens de oorlogsjaren wedervaren is.
Van verscheidene gemeentelijke archieven mocht ik fotografisch materiaal ontvangen - Delft, 's-Gravenhage, Amsterdam en Rotterdam -, terwijl ik in het archief van Schoonhoven, met toestemming van het gemeentebestuur en met de heer A.J. Bijmolt als mentor, de histoire intime van de restauraties van Stadhuis en Bartholomeuskerk aldaar kon achterhalen.
Het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te 's-Gravenhage dank ik de foto van Carel Vosmaer.
Het Rijksmuseum, het Rijksprentenkabinet, het Stedelijk Museum, het Historisch Museum, zomede de Dienst Publieke Werken en het Gemeentelijk Bureau voor Monumentenzorg te Amsterdam, het Mauritshuis en het Gemeentemuseum te 's-Gravenhage, het Museum Boymans-van Beuningen te Rotterdam, het Gemeentemuseum te Roermond, het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie te 's-Gravenhage, het Natuurkundig