Versjes en liedjes voor 't jonge volkje(ca. 1925)–Hendrik van Tichelen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Meimorgen. De zonne komt gerezen In 't frissche morgenduur; Daar vlamt zij aan den hemel Gelijk een kole vuur. Zij gloeit de velden tegen; Zij straalt langs bosch en wei, Die, blij ontsluimrend, juublen: Vivat de lieve Mei! De bloem ontsluit haar knopje; Het windje suist in 't groen; Het bietje haalt haar honig, En bromt als bietjes doen. De bonte koetjes grazen; De boomen ruischen blij, En al de vogels zingen: Vivat de lieve Mei! De zonne komt gerezen En schijnt zoo hel, zoo warm; De kindren juichen, springen En wandlen, arm in arm. Hun jonge hartjes zingen Langs bosch en veld en wei; Die vreugd brengt hun de Lente: Vivat de lieve Mei! Vorige Volgende