Versjes en liedjes voor 't jonge volkje
(ca. 1925)–Hendrik van Tichelen– Auteursrecht onbekend
[pagina 85]
| |
Voor 't geen 't harte,
Vreugde of smarte,
Overvloedig thans ontwelt?...
Of is 't tongsken
Van ons jongsken
Slechts door babbelzucht gekweld?...
O, ik raad het!
Kindje, laat het,
Al dat babblen; 't heeft geen zin!
Zwijg, gij snater,
Vlugge prater!
Of gij slikt uw tongsken in!
Want zoo'n tongsken,
Aardig jongsken,
Wordt als alles eenmaal moe;
En dan praat ge er
En dan slaat ge er
Babblend-brabblend maar op toe!
|
|