Versjes en liedjes voor 't jonge volkje(ca. 1925)–Hendrik van Tichelen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 81] [p. 81] Een Kwezel en haar Ezel. Daar was zoo eens een kwezel, Die reed al naar de stad, Al op 'nen ouden ezel Dien zij gekregen had. Van digge-digge-deine, Van digge-digge-dom; Maar hoe en van wie, o, Daar gaf zij niet om! Zij trok met 's eze!s ooren, Omdat hij ging zoo traag; Maar 't beest en wou niet hooren, Want 't had zoo'n leege maag. Van digge-digge-deine, Van digge-digge-dom; Had Langoor geen eten, Daar gaf zij niet om! Zij wou hem slaan en stooten, Zij klaagde moord en brand; Hij stampte met zijn pooten En sloeg haar neer in 't zand. Van digge-digge-deine, Van digge-digge-dom; Zij vloekte, maar de ezel Die gaf daar niet om! [pagina 82] [p. 82] Hij zette 't op een loopen, Recht naar zijn ouden stal; Zij riep: ‘Hij zal 't bekoopen!’ En werd half dol, half mal. Van digge-digge-deine, Van digge-digge-dom; De bengels die juichten En lachten zich krom! Vorige Volgende