Versjes en liedjes voor 't jonge volkje(ca. 1925)–Hendrik van Tichelen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] Het Koren. In den heeten zonnegloed Maait boer Gijsen wakker Tarwe, rogge, dik en rijp, Van zijn gouden akker. Tijsje koopt hem 't koren op, Draagt het zonder dralen Naar zijn molen, om het vlug Klein en fijn te malen. Zie, de wieken zwaaien al, Hoor het graan verbrijzen; Ziet ge niet het stuivend meel In de zakken rijzen? Heel de molen dreunt en steunt Van de zware steenen;... 't Knechtje voert de zakken gauw Naar den bakker henen. Bakker Bloem die kneedt den deeg, Duwt hem in zijn oven; Haalt voor Jan en Alleman Brood en koeken boven. Ieder krijgt op 't dorp zijn brood Daaglijks van dien bakker; Daarom ook is ieder steeds Even vlug en wakker! Vorige Volgende