publiek verkocht. 't Bracht een flinke som op, maar 't was bijlange niet genoeg om de tekorten te dekken. Meer dan driehonderd menschen scheurden leelijk hun broek door hun Loewensteintjes-geloof.
Ook het huis in de Mechelstraat met heel den inboedel volgde.
Dit nadat de twee vrouwen er op een donkeren avond hun bizonderste souvenirs waren komen uit weghalen.
Veel was het niet: wat schilderijen, wat kleergoed, de piano, een hobbelpaard en eenige manden vol kinderspeelgoed. 't Kon alles spelenderwijze in den kleinsten verhuiswagen van ‘Den Wildenman’ en 't werd naar Brussel gebracht, in een huis op Etterbeek.
Kurieusneuzen probeerden uit te visschen of ze daar soms niet zaten, deden er zelfs opzettelijk reizen voor naar ginder.
Doch 't was alles even weinig gekort. Ze vingen bot.
Niets hoorde men nog van het triestige drietal. Zelfs hun beste vrienden kregen geen enkel woordeke meer toegestuurd.
Totdat nu, vóór eenige weken, de gazetten bericht brachten van een geweldige gasontploffing te Parijs, waarbij de twee bovenste verdiepingen van een huis de lucht waren ingevlogen. Er waren dooden bij, een zevental, en onder de namen ontdekte men die van Stanneke en van zijn moeder...
Even rilde men in de kleine stad.