een historische overwinning van tien zetels voor de Partij van de Arbeid, een vertrouwensvotum voor het eerste kabinet-Den Uyl. Zeven maanden formatie zijn uitgemond in het tegendeel: een kabinet Van Agt/Wiegel; Den Uyl geen minister-president maar oppositieleider. Welke fouten er ook gemaakt zijn, door wie dan ook, waar dan ook en wanneer dan ook, zij rechtvaardigen in geen geval dit resultaat.
Het vertrouwen in de politiek is geschokt. Er hangt een sfeer van katterigheid, van apathie, van berusting zelfs. Zo van ‘er moest ooit eens een eind aan komen. Elk kabinet is beter dan geen kabinet’. En zo hebben we dan een minister-president die er geen geheim van maakt dat hij een aversie heeft tegen het politieke bedrijf. Die aversie is aan de winnende hand. Dat laatste benauwt mij het meest. Want een aversie tegen de politiek bedreigt de democratie in haar fundamenten.
Als ooit gebleken is dat onze democratie alleen kan gedijen als de invloed van de kiezers op het politieke gebeuren wordt vergroot, is het nu. De onverschilligheid doorbreken, de aversie bestrijden, dat is de eerste taak waar democraten uit verschillende kampen vandaag voor dienen te staan.
Een vereiste daarvoor is dat men weet, geïnformeerd is over wat er werkelijk is gebeurd. Met dit dagboek wil ik daartoe een bijdrage leveren. Niet om mijzelf te rechtvaardigen of schoon te wassen, noch om boete te doen voor gemaakte fouten. In deze verslaglegging van het gebeurde worden de feiten gebracht zoals ze zich aan mij hebben voorgedaan. Het is aan de lezer om te oordelen waar feiten fouten waren.
Het is ook geen poging tot analyse van het formatieproces. De (ex-)politicoloog in mij wacht gelaten het oordeel van de professionals af. Mij ontbreekt daarvoor op dit moment de afstand.
Evenmin is het de bedoeling om met een nadere uitleg achteraf de gesloten akkoorden nog wat in het eigen voordeel op te poetsen. Een nadere toelichting op de diverse formatiedocumenten met een nieuw licht op de kleine lettertjes zal men tevergeefs zoeken. Volledigheid wordt niet nagestreefd. De andere deelnemers aan het formatiegebeuren zouden stellig andere ervaringen hebben geaccentueerd op grond van hun eigen waarneming. Ik wil de feiten laten spreken die naar mijn waarneming beslissend waren voor het verloop.
Wel acht ik het mijn democratische plicht zoveel mogelijk de sfeer waarin en de omstandigheden waaronder in binnen- en buitenkamer door mij gewerkt moest worden in alle openheid te schilderen. Alle gesprekspartners hebben niets nagelaten om deze kabinetsformatie te maken tot het meest open onderhandelingsproces dat ooit heeft plaatsgevonden. Althans tot de elfde van de elfde, de dag waarop ik