Inleiding
De meeste mensen kennen Theo Thijssen als de schrijver van Kees de jongen. Want dat is zijn bekendste en meest verkochte boek; het verscheen voor het eerst in 1923, in 1974 kwam de twintigste druk uit. Naast deze roman schreef Thijssen Barend Wels (1908), Jongensdagen (1909), Taal en schoolmeester (1911), School-land (1925), De gelukkige klas (1926), Het grijze kind (1927), Egeltje (1929), Het taaie ongerief (1932), Een bonte bundel (1935) en In de ochtend van het leven (1941). De meeste van deze boeken werden regelmatig zij het minder vaak dan Kees de jongen, herdrukt en zijn nog steeds verkrijgbaar. Dat is niet het geval met het kinderboek Jongensdagen, de bundel opstellen Taal en schoolmeester en de bundels losse schetsen Egeltje en Een bonte bundel. De meeste mensen hebben een onvolledig beeld van Thijssen als schrijver.
Ook de kennis van Thijssens andere activiteiten is meestal niet compleet. Verder dan zijn schoolmeesterschap gaat deze in de regel niet. En het beeld van Thijssen als schrijvende schoolmeester is niet helemaal juist ook: de meeste boeken, vanaf Kees de jongen, schreef hij toen hij niet meer voor de klas stond. Thijssen is drieëntwintig jaar onderwijzer geweest; ongeveer net zo lang is hij actief geweest als vakbondsbestuurder en politicus. Van deze laatste activiteiten weten de lezers van zijn boeken meestal niet veel. Thijssen is een bekende naam in Nederland, maar veel meer ook niet.
De bedoeling van deze aflevering van De Engelbewaarder is een duidelijker en vollediger beeld te geven van het leven en het werk van Theo Thijssen. Dat doel wordt nagestreefd door het verstrekken van voornamelijk feitelijke gegevens in een kleine biografie, door het opnemen van een aantal foto's, maar vooral door Thijssen zelf aan het woord te laten in niet eerder gepubliceerde of moeilijk te bereiken teksten, die hem tonen als schrijver van literaire schetsen, als redacteur van een onderwijstijdschrift, als spreker op een onderwijscongres, als radiospreker en als Kamerlid. Het beeld is daarmee niet volledig, maar wel redelijk representatief.
De plaats van Theo Thijssen in de Nederlandse literatuur, de waarderingsgeschiedenis van zijn boeken, zijn belang voor het onderwijs en de politiek, blijven buiten beschouwing. Ook een uitvoerige biblio-