Bloemenkindje. Sprookje van goed en kwaad door
G. v.d. Hoeven. D. Coene & Co.
Amsterdam.
Als dit boek in de bibliotheek was, zouden de kinderen het noemen:
het malle stippeltjes boek.
Het is een ‘modern sprookje.’
Dreunend dondergekraak breekt knetterend en hol rommelend
los, boven het naargeestige, sombere woud ... Hu! ... een felle lichtstraal!
... Krak-krak! krrràk!!! Bòmmm!!!! ...
De helft van het verhaal bestaat uit stippeltjes. Ik onderstel, dat de
auteur zulks doet, om den lezer na elk mal gedeelte gelegenheid te geven tot
uit-lachen.
‘Telkens nog flikkert het weerlicht ... Rommelend en
bommelend sterft weg de zware donder .... (twee regels stippels.)
Soms staat midden tusschen de stippels, een
niet-modern zinnetje, dat dan bijzonder raar doet:
-----------------------------------------------------------------------
-----------------------------------------------------------------------
Onweer en stortregen namen in kracht toe -----------------
-----------------------------------------------------------------------
-----------------------------------------------------------------------
Heusch, 'n goed mensch, die G.v.D. Hoeven, maar hij
of zij had niet ‘modern’ moeten doen.
THIJSSEN.