De schadt-kiste der philosophen ende poeten(1621)–Jan Thieullier– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 4] [p. 4] Rhetorica Tot den lichtverdigen berisper Sonet. SPodt vry Zoylisten spodt en wilt v nit geueysen, Ken geef vry daer niet om ick weet t'is v manier, Ghy wint soo veel als een die oli giet int vier, Soo ick beuonden heb soo dick en menich reysen. T'verstandich volck meynt ghy dat soo licht de doen deysen Door v gesnater? neen, wat wint ghy? niet een sier, Hoe dat ghy grouer snapt, hoe soeter klinckt mijn lier, K'win meer door v gespodt dan imant kan bepeysen. Want wie in sijn gemoet maer eens en ouerlecht De wercken die ick doen, tegens t'geen dat ghy secht, Kan door het recht geuoel seer licht een oordeel geuen. Dat Reden-const tot deught en nut de menschen leyt, De boose straf verthoont, den droeuen troost bereyt, Dwelck trachten doet noch meer om Reden-rijck te leuen. Vorige Volgende