Voorwoord
Van 9 maart 1981 tot 5 november 1982 heb ik geregeld iets opgeschreven van wat ik
op politiek gebied meemaakte. Dat was heel wat. In die periode vielen twee
campagnes, twee kabinetscrises, twee formaties en een geslaagde lijmpoging. Ik
boekte eenmaal als lijsttrekker een opmerkelijke winst en eenmaal een
opmerkelijk verlies. Tussen de bedrijven door was ik minister van Economische
Zaken in twee kabinetten, in een tijd waarin de economische situatie slechter
was dan ooit sinds de Tweede Wereldoorlog.
De aantekeningen moesten haastig worden neergeschreven, soms ver na het
middernachtelijk uur. Ik moest een keuze maken uit de veelheid van voorvallen
per dag en per week. Het zijn vooral de partijpolitieke confrontaties die ik aan
het papier toevertrouwde; over het werk op ez heb ik naar
verhouding minder genoteerd.
In het algemeen wordt officieel meegedeeld wat in de ministerraad is besloten.
Voor het overige zijn vergaderingen van de ministerraad geheim. Ik heb dan ook
de opvattingen van individuele bewindslieden, en zelfs van ministersfracties,
voor zover die in de mr tot uitdrukking zijn gekomen, uit
mijn aantekeningen weggelaten, tenzij de betrokkenen die standpunten zelf
nadrukkelijk naar buiten hebben gebracht. Het meeste van wat zich in de mr heeft voltrokken is, al dan niet verminkt, in diverse
bladen verschenen. In Den Haag blijft weinig geheim. Ik heb die berichten niet
‘gelegitimeerd’, bevestigd of ontkend, door uit de mr te citeren.
Mijn daden zijn door velen en op vele manieren belicht en beoordeeld. In dit boek
staat hoe ik dit alles zelf heb ervaren, heet van de naald geschreven. Ik
publiceer het omdat het voor de politiek geïnteresseerden in ons land
wellicht iets verduidelijkt.
JCT
Amersfoort, november 1982