| |
| |
| |
Vierde hoofdstuk.
Vonnis van drie nog jeugdige negers, welke levend verbrand zijn.
(Met portretten. Zie tegenover den titel.)
| |
| |
I.
Brandstichting te Paramaribo door drie nog jeugdige negers.
Hebben wij in het vorige hoofdstuk gruwelijke vonnissen en straffen behandeld, het zoo veel geruchtmakende vonnis van drie brandstichters vermeenden wij in deszelfs geheel te moeten mededeelen, omdat een dergelijke doodstraf in de negentiende eeuw wel eenig in hare soort zal zijn, en, bijaldien wij geene authentieke stukken aanhaalden, de echtheid van zoodanige doodstraf in onzen leeftijd zou kunnen worden betwijfeld.
Vooraf zullen wij echter de misdaad en derzelver gevolgen beschrijven, als zijnde door dezen noodlottigen brand een groot gedeelte der stad Paramaribo in asch gelegd; doch, daar ik deze Bijzonderheden enz. reeds in eene brochure, welke ik in April 1833 bij den Courantdrukker J.J. Engelbrecht, te Paramaribo, uitgegeven heb, door den druk publiek maakte, heb ik thans niet anders te doen, dan die beschrijving te vermeerderen en te verbeteren, door bijvoeging van den inventaris der stukken en de vermoedelijke, ofschoon zeer geringe oorzaak van dit groote misdrijf, al het- | |
| |
welk ik om meer dan eene reden het publiek alstoen niet heb kunnen mededeelen.
Eerstens had de Heer J. Bromet, eerste Commies ter Griffie van het Geregtshof, met mij afgesproken, bedoelde beschrijving met mij te zullen bewerken en uit te geven; zullende door hem een kort geheel van de gehoudene verhooren worden geleverd, benevens den in dezen genomene eisch en conclusie van het Publiek Ministerie; zijnde de Heer Bromet, door deszelfs betrekking ter Griffie (te meer, daar ZEd. de antwoorden op de interrogatorien veelal zelve geschreven had), hiertoe het beste in de gelegenheid, en, ten einde ons te vrijwaren voor alle tegenwerking, zoo adresseerden wij ons regtstreeks aan het Geregtshof, met kennisgeving van ons voornemen en het verzoek om copij van het vonnis te mogen hebben, waarop wij ontvingen het volgende
‘EXTRACT uit de Notulen van het Geregtshof te Suriname. Donderdag den 24sten Januarij 1833.
Eindelijk is door den Griffier overgelegd eene bij hem ontvangene missive van M.D. Teenstra en J. Bromet, in dato heden 24 Januarij, te kennen-gevende, dat zij, op verzoek van eenige respectable ingezetenen dezer Kolonie, voornemens zijn een kort verslag van den brand te Paramaribo, in den nacht van den 3den op den 4den September 1832, met en benevens den afloop der criminele procedure en sententie tegen de stichters derzelve, bij dit Geregts- | |
| |
hof gewezen, in het licht te geven, en daartoe benoodigd hebben een afschrift van het vonnis, verzoekende dat aan hun zoodanig een afschrift moge worden uitgereikt.
Waarop gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verstaan den Griffier tot de afgifte van een afschrift der bedoelde sententie aan de voormelde personen te autoriseren.
(De missive te vinden als bijlage der Notulen no. 15.)
(Was get.) Mr. A.F. Lammens, President, Mr. H.R. Haijunga, Mr. C.A. Marchant, F.P. Penard, C. Gollenstede, L. Thijm, J.D. de Meinertzhagen en A. van Meerten, Griffier.’
Intusschen ondervonden wij in dit ons voornemen al spoedig hevige tegenkanting en hooggaande ontevredenheid, zoo wel van de zijde des Procureur-Generaals als van den Gouvernements-Secretaris; terwijl de laatste zich zelfs niet ontzag van mij op eene zeer onstuimige wijze openlijk daarover aan te vallen, met de verklaring, dat zoo wel hij als de Procureur-Generaal de uitgave eener dusdanige brochure, vooral voor het moederland, als zeer ondoelmatig beschouwde, er bijvoegende: ‘gij, Negervriend! zult hierdoor eene vijandelijke daad tegen de Kolonie plegen, doch, wij zullen het u betaald zetten.’ - ‘En toch zal ik het boekske uitgeven!’ was mijn antwoord; dan ook zij hebben woord gehouden.
| |
| |
Deze rencontre ter ooren van den Heer Bromet gekomen zijnde, deed hem den moed in de schoenen zakken en van het reeds in de Couranten geannonceerde plan afzien; doch, het publiek eenmaal de uitgave dier beschrijving beloofd hebbende, terwijl reeds een groot aantal ingezetenen op hetzelve hadden ingeteekend, kon ik deze algemeene teleurstelling, die door het niet uitgeven van het geannonceerde boekje ontstaan moest, niet van mij verkrijgen, ook wilde ik mij door een koffijhuisgesprek niet uit het veld laten slaan, en ik gaf dan te dier tijd datgene in het licht, wat ik er alstoen slechts van geven konde; terwijl de Heer Bromet ronduit verklaarde er niets meer mede te doen te willen hebben, vreezende dat hem dit als ambtenaar veel kwaad berokkenen zoude, en ik geloof dat de Heer Bromet in dezen gelijk had; ten minste heb ik, sedert de uitgave dier brochure, van mijnen onmiddellijken Chef, den Procureur-Generaal, in mijne betrekking (als belast zijnde met de handhaving der Administratieve Policie, en als zoodanig assistent op deszelfs bureau werkzaam zijnde) herhaalde botsingen ondervonden, ten gevolge van welke de Heer Bromet naar het Bureau van den Procureur-Generaal en ik als eerste Commies ter Griffie van het Geregtshof te Suriname verplaatst werden.
De hier bijgevoegde portretten kon ik toen ter tijde even min in het licht geven; eerstens, omdat er in geheel Suriname geene steendrukkerij bestaat, en ten andere, omdat het overzenden naar het moederland,
| |
| |
bij het alstoen op de schepen liggende embargo, de uitgave te veel zou hebben vertraagd.
Thans ga ik dan over de bijzonderheden betrekkelijk dien brand enz. zoo te beschrijven, gelijk ik toenmaals voornemens was bedoelde brochure uit te geven.
BIJZONDERHEDEN betrekkelijk den brand te paramaribo, in den nacht van den 3den op den 4den september 1832, benevens verdere pogingen, op verschillende tijden en plaatsen, tot brandstichting, gevolgd van den afloop der criminele procedure tegen de daarin betrokkenen, aangeklaagden en gedetineerden; alsmede derzelver sententie, gewezen bij het geregtshof te suriname, en den afloop der executie van hetzelve vonnis.
Niettegenstaande de Heer Bromet de prijs van deze brochure op drie gulden per exemplaar bepaald had, ofschoon nog geen vier vellen druks beslaande, was de belangstelling zoo groot, dat er dadelijk in de kolonie Suriname voor 357 exemplaren door de aanzienlijkste ingezetenen geteekend werd, zoo als blijkt uit de navolgende
| |
Naamlijst der inteekenaren.
Zijne Excellentie de Hoog Edel Gestrenge Heer Generaal-Majoor, Gouverneur-Generaal der gezamenlijke Ne- | |
| |
derlandsche Westindische Bezittingen, Mr. E.L. Baron van Heeckeren, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, drie exemplaren.
Zijne Excellentie de Hoog Edel Gestrenge Heer Generaal-Majoor, Oud-Gouverneur der kolonie Suriname, A. de Veer, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw en van het Legioen van Eer, twee exemplaren.
A.
|
Abendanon. (H.S.) |
Abkenius. (Wm.) |
Affleck. (J.) |
Alberga. (D.) |
Andresen. (J.) |
Arons. (P.H.) |
Augier. (Jacob) |
B.
|
Baars. (N.J.C.) |
Balfour van Burleigh, (P.) Luit.-Kolonel en Plaatselijke Kommandant. |
Bänffer. (J.G.W.) |
Barend. (E.) |
Beck. (Jb.) |
Benescia. (L.) |
Benjamins. (H.) |
Bennernagel, (J.J.) 2 ex. |
Bergman. (G.) |
Bernard. (H.) |
Bertelsman. (F.G.) |
Beulingen, (D.C. van) 2. |
Bije. (J.L. de) |
Blancke. (H.J.) |
Böhm. (R.F.) |
Bommel. (J. van) |
Bommel, (L.D.J. van) 2. |
Bommel. (Ths. van) |
Bönning. (H.) |
Boonen, (C.W.) 2. |
Bothe. (F.) |
Breet. (J.) |
Bredenbach. (P.J.) |
Brinkmann. (J.H.) |
Bruinings, (J.C.W.) 3. |
Buddenberg. (H.G.) |
Buhk, (H.A.) 10 |
C.
|
Campbell Jr., (Colin) 2. |
Casteren. (C.F. van) |
Clercq, (Johs. Hugo de) 5. |
Coenders. (D.) |
| |
| |
Coevenhoven. (A.D.C.v.) |
Cohen. (Benjamin à) |
Cooman. (M.) |
Cordua. (H.) |
Cordua. (Th.) |
Cornelissen, (C.) 2. |
Coronel. (D.) |
Coupijn. (M.M.A.) |
Cragin, (F.W.) 2. |
Cross. (J.B. de) |
D.
|
Degenhard, (H.) 2. |
Dieperink. (H.H.) |
Doeksen. (D.G.) |
Doerrleben. (J.C.) |
Dubus. (P.) |
E.
|
Eijsbreker. (Frans) |
Ellis. (J.) |
Emanuels. (E.E.) |
Emanuels. (Joseph) |
Emden. (Bartus van) |
Emden. (Egbert van) |
Esser, (R.H.) 4. |
F.
|
Faerber. (P.) |
Favereij, (J.F.) 6. |
Fisco. (C.A.) |
Flu. (S.F.) |
Fonseca. (J.G.) |
Freudenberg. (J.C.) |
Friderici, (H.M. Wolff de) 2. |
Fuchs. (J.L.) |
Fuchs. (J.W.) |
G.
|
Geijer. (J.G.) |
Gelder. (Gebr. van) |
Gerdeman, (A.F.) 3. |
Gerding. (J.W.) |
Gerhardt, (J.N. de Vries) 5. |
Gerritsen, (B.A.) 4. |
Goede, (Js.) 2. |
Goedschalk. (D.S.) |
Gollenstede, (C.) Lid van het Geregtshof. |
Goudman. (Hendrik) |
Grooff, (J.)R.K. Pastoor, 5. |
Guicherit. (J.L.) |
H.
|
Haijunga, (Mr. H.R.) Raad in het Geregtshof te Suriname, van het Militair Geregtshof en van het Gemengd Geregtshof tot Wering van den Slavenhandel, 4. |
Halberstadt. (A.) |
| |
| |
Halm. (V.J. van) |
Hampe. (G.C.) |
Hansen. (A.) |
Harris. (A.) |
Hart. (H.T.) |
Hartman. (J.C.) |
Heijmans. (E.) |
Heijmans. (H.) |
Heilbron. (Joseph) |
Heilbron. (M.G.) |
Heuerman. (J.C.) |
Hostmann. (F.W.) |
Huidekoper. (S.D.) |
Hulleman. (S.) |
I.
|
Im Thurn, (J.H.) 3. |
Ipsen, (B.F.) 2. |
J.
|
Jager Ez., (Jan de) 10. |
Jeekel. (C.A.) |
K.
|
Kaersenhout. (C.) |
Kamerling. (H.) |
Kammeijer, (H.M.) 3. |
Kat. (G.A.) |
Kersten en Comp., 2. |
Kiers. (J.) |
Kleine. (F.H.) |
Kleine. (J.M.) |
Klint, (H.) Lid van den Kolonialen Raad, 4. |
Klint. (J.N.) |
Königslöw, (D.S. von) 3. |
Kramer. (J.G.) |
Kruijthoff, (A.T.) Lid van den Kolonialen Raad. |
Kruijthoff, (W.H.R.T.) |
L.
|
Lammens, (Mr. A.F.) President van het Geregtshof te Suriname, 4. |
Lande. (J.P.C. van de) |
Lang. (J.A. de) |
Langguth, (J.F.) 5. |
Leeuwe. (C.E.) |
Lijon. (Jos.) |
Lijons. (J.E.) |
Linckers, (C.L.G.) 3. |
Loth. (D.J.) |
Louzada. (J.B.) |
Lugard. (G.B.) |
Lugt. (J.F. van der) |
M.
|
Marchant, (Mr. C.A.) Lid van het Geregtshof, 3. |
Mark. (H.P. van) |
Maij, (J.A.) 2. |
| |
| |
Meer. (J.P. van der) |
Meerbeek, (H. van) |
Meerten. (H.D. van) |
Meerten. (N.S. van) |
Meijer. (J.P.) |
Meijerhoff. (L.J.) |
Meinertzhagen, (J.D. de) Lid van het Geregtshof. |
Mesquita. (J.J. Bo de) |
Mesquita. (L.A. de) |
Möhr. (J.F.) |
Monsanto, (M.N.) 2. |
Mopurgo. (Eliazer Moses) |
Muller Az. (J.C.) |
N.
|
Nassij. (B.C.) |
Niehenke. (V.W.) |
Niehoff. (H.R. van) |
Nunes. (J.) |
O.
|
O'Ferrall Jr. (Richard) |
P.
|
Parra, (Salomon de la) Lid van den Kolonialen Raad. |
Parrij, (T.B.) 2. |
Penard, (F.P.) Lid van het Geregtshof. |
Pereira. (Abrah.) |
Pichot l'Espinasse. (F.G.) |
Piza. (H.) |
Polak. (A.J.) |
Polak, (Salomon) 2. |
Prado. (Isaäk del) |
Prado. (S. del) |
Presburg, (Mr. D.J.) 3. |
Pret. (B.) |
Pruisenaar, (J.M.C.) 2. |
R.
|
Reeder. (C.S.) |
Rees Az., (R. van) Lid van den Kolonialen Raad, 5. |
Retemeijer. (J.H.) |
Richiardi. (A.F.) |
Richter. (C.A.) |
Riecks. (D.D.) |
Robertson. (James) |
Roelofsz, (A.) Predikant bij de Hervormde Gemeente. |
Roepel, (A.A.) 2. |
Roman. (C.A.) |
Roodenbeek. (J.P.) |
Roux. (H.G.) |
Rucker, (F.A.) |
Ruijgers. (L.) |
S.
|
Salomons. (Alex.) |
Scheek. (J.) |
| |
| |
Scheffer. (E.) |
Schepers, (G.) R.K. Priester, 5. |
Schimmel. (G.) |
Schmidtmer. (J.L.) |
Schneebeeke. (J.E.) |
Schotborgh. (T.M.) |
Schouten. (H.) |
Schutte. (J.J.) |
Schuurman, (D.) 2. |
Seest. (U.H.) |
Slengarde. (S.) |
Sluiters, (D. Janssen Eijken) Pred. bij de Luth. Gem. |
Soesman. (Gebr.) |
Soesman, (Salomon) 2. |
Soesman. (S.Z.) |
Spilker. (J.J.G.) |
Stuger. (J.C.) |
T.
|
Tafares, (J.P.) 6. |
Tall, (Tobias) 2. |
Thijm, (L.) Lid van het Geregtshof, 10. |
Tichelaar. (P.W.) |
U.
|
Uijtrecht, (W. van) 2. |
V.
|
Veer, (G.S. de) 2. |
Vlier, (N.G.) 5. |
Vries. (J.A. de) |
Vries. (J.S. de) |
W.
|
Waakhuijsen. (P.A.) |
Walther, (J.C.F.) 3. |
Walther. (N.C.) |
Walton. (Thomas) |
Weijers. (Zeger) |
Weijgel. (C. van Glanen) |
Weimann, (J.P.L.) 6. |
Weissenbruch, (G.C.B.) Lid van den Kolonialen Raad, 5. |
Werges, (J.F.) 3. |
Werlé. (F.W.) |
Wessels. (C.) |
West en de Hart, (van) 4. |
Winckel. (J.M.) |
Wittering, (H.J.A.) 2. |
Wittering, (S.A.) 2. |
Z.
|
Zaal, (J.) 5. |
Zeegelaar. (P.) |
Zschuschen. (A.H.) |
|
|