I. Inleiding over het politieke onverstand
Als de tekenen niet bedriegen heeft de vrije wereld in de drie jaren die achter ons liggen de gevaarlijkste crisis van zijn bestaan doorleefd. Het gevaar is niet bezworen, maar de meest acute phase ervan is waarschijnlijk achter de rug. We kunnen nauwelijks zeggen dat we dit stukje geluk verdiend hebben; velen, de meesten, onder ons hebben niet eens geweten dat het gevaar er was. Een analyse van de periode die achter ons ligt is zeker niet overbodig, maar ze is niet het voornaamste. Belangrijker is een onderzoek naar de politieke, de collectief-psychologische, situatie die het mogelijk maakte dat een gehele wereld vrijwillig of onvrijwillig verblind, een normaal bestaan trachtte op te bouwen, te midden van een mijnenveld. Het gaat om die koppigheid, niet in het trotseren, maar het negeren van het gevaar; zij lijkt me de werkelijke tegenstander. Want de politieke situatie kan variëren, ze kan van gevaarlijk minder onschuldig worden - èn natuurlijk omgekeerd. De menselijke domheid daarentegen is heel wat duurzamer.
Het philosophisch leerstuk van ‘de zin der geschiedenis’ verliest op één punt ten minste veel van zijn practische betekenis. De vraag of de geschiedenis ‘lessen uitdeelt’ kan vervangen worden door een andere: en als zij dat deed, zouden we er iets van leren?
De mens maakt altijd dezelfde fout, maar hij maakt haar telkens in een andere vermomming. Aan dat laatste ontleent hij het recht te beweren dat hij geleerd heeft. Zozeer klampt hij zich aan de uiterlijke of toevallige, incidentele omstandigheden vast, dat hij, des te gemakkelijker dupe wordt van een herhaling indien, in die herhaling, slechts een van de bekende factoren ontbreekt of gewijzigd is. ‘Nooit meer een München!’ riepen de democraten uit en ze meenden het. Ge zult hen de poorten van die stad nooit meer binnenkrijgen. Maar noem het Yalta...
De verklaring van dit schokkende feit is niet zo moeilijk. Een athleet die in zijn beste moment 1 m 70 hoog springt, zal iedere dag, en ondanks zijn beste bedoelingen, de lat afwerpen die op 1 m 80 is gelegd. De man die te kort schiet in München, moet altijd tekort schieten, onder welke omstandigheden ook,