de uer zyner verlossing was geslagen en Hilonius was beschikt om aldaer de eerste pastor te worden. Hy keert terug met nieuwen moed, met nieuwen iever: hy predikt het woord Gods, dat, even als een scherpsnydend zweerd, begint te dringen tot in 't binnenste van de ziel en van den geest, tot in de gewrichten en het merg der beenderen.
Op korten tyd was Iseghem zoo goed als bekeerd. Hilonius verbleef onder de nieuw bekeerde christenen of ten minste, ging er gedurig weg en weer om hen te onderwyzen, in 't geloof te versterken en hun de heilige Sakramenten te bedienen. Uit alles wat gewoonlyk gepleegd wierd in de christenwording van een volk, heeft men redens om te gelooven dat Hilonius den afgodstempel van aldaer zal gezuiverd en veranderd hebben in eene kerk, toegewyd aen den waren God. Hetgeen, naer alle waerschynlykheid, de gemoederen meest beweegd heeft om het heilig Evangelie te aenveerden, zyn de mirakels of wonderheden, welke Hilonius, te Iseghem, volgens een eerbied-