Parochieboek van Iseghem, gevolgd door de levensbeschrijving des H.Hilonius
(1862-1863)–G.F. Tanghe– Auteursrechtvrij
[pagina 318]
| |
§ XXXIII.
| |
[pagina 319]
| |
Op heden, in 1862, bestaen er nog vier klokjes van dien uerwekker; zy zyn gegoten ten jare 1550, en dragen de volgende opschriften:
De zwaerste: Carolus is mynne name. 1550. Fiant aures tuae intendentes in vocem deprecationis meae.
De meerdere: Joes is mynen name. 1550. Si iniquitates observaveris, Domine, Domine, quis sustinebit?
De mindere: Catharina is mynne name. 1550. Quia apud te propitiatio est, et propter legem tuam sustinui te, Domine.
De minste: Franchois is mynne name. 1550. Quia apud Dominum misericordia, et copiosa apud eum redemptio.
De groote klok van den uerwekker is al luidende geborsten in het begin dezer eeuw; haer opschrift en jaertal zyn niet meer gekend; maer zekerlyk had zy den naem van Hilonius, patroon der kerk, en voor opschrift: De profundis clamavi ad te Domine: Domine, exaudi vocem meam. | |
[pagina 320]
| |
Aldus zal zeer waerschynlyk geheel de Psalm: De profundis, bestaende uit acht verzen, gediend hebben voor opschrift van den uerwekker, dewelke hierdoor op elke uer en halve uer, zoo wel by nachte als by dage, zielroerende en godsdienstige gevoelens inboezemde aen al degenen die hem hoordenGa naar voetnoot(1). Ten jare 1750, heeft heer Claude Gouvenot, geboortig in Lorreinen, voor de kerk en volgens overeenkomst met het magistraet van Iseghem, vier klokken, die geborsten in den toren hingen, hergoten: 1o eene van 39 pond; 2o eene van 84 pond, 3o eene van 578 pond, gebragt op omtrent 1900 pond; en 4o eene van 1883 pond, gebragt op omtrent 2,800 pond: voor welke vermeerde- | |
[pagina 321]
| |
ring voornoemde heer 3,471 pond nieuw metael geleverd heeft, aen 13 stuivers het pond. De twee laetste klokken, in toonkundige overeenkomst gesteld met de bovengemelde groote klok, maekten met deze een zeer schoon driegeluid uit, hetwelk te samen woeg omtrent 8,900 pond, en later de groote Tribbel genoemd werd. Maer ongelukkiglyk werden deze twee hergotene en vermeerderde klokken, op het einde der verledene eeuw, door bevel der fransche republikeins, naer Brugge weggevoerd. Ten jare 1768, is de kerk van Iseghem begiftigd geweest met 21 nieuwe klokjes. Zy wierden te Doornik gegoten door heer J.T. Barbieux, en stonden altemael goed akkoord onder malkaer en met de negen reeds bestaende klokken. Alzoo praelde de klokzolder met een behoorlyk karillon van dertig klokken, hetwelk mogelyk voor den eersten keer bespeeld is geweest om de intrede der prinses Pauline van Gent, binnen haer prinsdom, te verluisterlyken. Jammer is het dat de trommel en het klauwier van den uerwekker alsdan ook niet | |
[pagina 322]
| |
vermeerderd of nieuw gemaekt zyn geweest, en gebragt van negen op dertig klokken: by gebrek van deze verbetering hebben die 21 nieuwe klokjes niet kunnen medespelen in den uerwekker, maer slechts gediend voor het handgespel van het karillon. Toen de groote klok, zoo hierboven aengestipt is, geborsten was, wierd er, in 1805, een nieuwe groote klok van omtrent 4,000 pond gegoten. Gedoopt onder den naem van Hilonius, had zy voor peter den weledelen heer J.A. Van Huerne, en voor meter, zyne godvruchtige dochter mejuffer Maria Josepha, die later in huwelyk ging met Mher den baron De Pelichy. Na haer doopsel, wierd dezelve, den 22 Mei van hetzelfde jaer, in den toren gehangen. Zy draegt voor opschrift als volgt: D.O.M. | |
[pagina 323]
| |
Den 4 September 1862, is deze klok al luidende de ooren afgebroken, met groot gedruisch, uit den klokstoel gevallen, en blyven liggen op de balken van den klokzolder. Ter gelegenheid van dit ongeval hebben de kerkmeesters, op verzoek van verscheidene invloedhebbende parochianen, ten voordeele der kerkfabriek, eene vrywillige inschryving geopend om de gebrokene klok, welker toon niet overeenkwam met het karillon, te vervangen door een geheel nieuw driegeluid, gelyk de oude groote Tribbel, in toonkundig akkoord met het karillon, en dienende voor grondnoot. Op den 9 Oktober 1862 is een overeenkomst gesloten tusschen den heer Severinus Van Aerschodt, klokgieter te Leuven, en de leden van het kerkbestuer, by welke de eerstgenoemde zich verpligt drie nieuwe klokken te gieten, in goed akkoord met elkander en met het karillon: de zwaerste, toon mi b. wegende 1,933 kilog.; de tweede, toon fa, van 1,295 kilog.; en de derde, toon sol, van 945 kilog.: te samen 4,173 kilog., aen 3 franks 80 centimen de kilog. | |
[pagina 324]
| |
Krachtens dezelfde overeenkomst, moet hy nog, ten koste der kerkfabriek, een nieuw klokje gieten, en een gebroken hergieten, beide voor het karillon. Alzoo zal het kerkgeluid en het karillon bestaen uit 31 klokkenGa naar voetnoot(1), die allen onder malkander in goede toonkundige overeenkomst zyn, en in den toren zullen geplaetst worden, wanneer de naelde er op zal gesteld zyn. Het is te hopen dat er alsdan een nieuwe trommel met klauwier voor den uerwekker zal gemaekt worden, dienende | |
[pagina 325]
| |
ten minste voor 31 klokken. Doch dit zal eenige duizende franks kosten. Deze nieuwe klokken dragen de volgende opschriften: 1o De zwaerste, mi b.: D.O.M. 2o De tweede, fa: D.O.M. | |
[pagina 326]
| |
3o De derde, sol: D.O.M. 4o Het meeste karillonklokje: D.O.M. 5o Het minste karillonklokje: D.O.M. Het bovenstaende hoofdstuk is opgesteld door den pastor van Iseghem, den Eerw. heer De Bruyne, die, niettegenstaende het ongemak der blindheid, vele opzoekingen heeft konnen doen. Wy verlangen er twee | |
[pagina 327]
| |
aenmerkingen by te voegen. Was 't niet een grootsch gedacht een vers van De profundis te gieten op elke klok van den uerwekker, die dus dagelyks tweemael vier en twintig keeren dit schoone gebed scheen tot den hemel te stieren? Wel zeker! Ook heeft men dit godsdienstige gedacht behouden in de herstelling der klokken. Daerenboven zal eeniegelyk den keus van de patroonen der nieuwe groote klokken toejuichen. Hilonius komt er te voorschyn als eerste pastor en apostel van Iseghem; Maria, als koningin van hemel en aerde; Joseph, als patroon van Belgenland. |
|