Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden
(1673)–Hieronymus Sweerts– Auteursrechtvrij
[pagina 77]
| |
Toon: psalm 25. Mijn hert heff' ik tot u, Heere.
HEer, mijn ziel is gantsch genegen
U te dancken met ootmoet,
Dat gy my, in liefd' en zegen,
Hebt dit gantsche jaar behoedt;
Want gy hebt my goediglijk,
Als een vader, onderhouwen:
Dies mijn Godt, zo milt als rijk,
U alleen zal ik betrouwen.
| |
[pagina 78]
| |
2.
'k Heb gezucht, gesteent, gekreten,
Als uw' hant was swaar op my:
Maar ín 't eynd deed gy my weten,
Dat uw gunst was op mijn zy.
Als er 's ochtens was verdriet,
's Avonds is 'er vreugt gekomen:
Ja wat morgen hebb' ik niet
Uwe liefd' op nieu vernomen?
3.
Ik, ô Vader, daer-en-tegen,
Heb, gelijk een booze zoon,
My gedragen, aller wegen,
Als een schantvlek aan uw kroon:
'k Ben de werelt nagegaan;
'k Heb het vleesch gehoor gegeven;
En wie hebb' ik min voldaan,
Als de heylbron van mijn leven?
4.
Heer, ik moet mijn zelfs verdoemen,
Als ik op mijn zonden let:
'k Derf my nau een zone noemen,
Maar een schender van uw wet.
Doch als ik mijn oogen sla
Heer op uw barmhertigheden,
't Swacke schaapjen krijgt gena,
Schoon het dikwils mis mocht treden.
5.
Wel genaden-rijcke Heere,
Die mijn ziel en lichaam t' saam
Hebt geen zegen doen ontbeeren,
'k Dank' en prijz' uw grooten naam.
Geef dat ik mijn leven lang
U mach loven, lieven, eeren,
En vrywillig, zonder dwang,
My naar uw behagen keeren.
| |
[pagina 79]
| |
6.
Nu mijn Godt en trouwe Vader,
'k Lief u na mijn kleyne macht:
Kom Heer onderwijs my nader,
En verleen my nieuwe kracht.
Gun dat ik den swacken mensch
Noch van daag adieu mach zeggen:
En in 't Nieuwe jaar, na wensch,
Een nieu heylig leven leggen.
7.
Leer my mijne dagen tellen,
Die doch weynig zijn en quaat;
En my steeds voor oogen stellen,
Hoe geswint elk jaar vergaat.
Maar, Heer, wat ik bidden mach,
Is, dat gy my doch wilt geven,
Dat dit is de laatste dag
Van mijn al te zondig leven.
8.
Als ik morgen vroeg ontwake,
Schiet my nieuwe wapens aan;
Op dat my geen pijlen naken,
Die ik niet kan wederstaan.
Ey mijn Jesu, blijf my by!
Dat ik 't Nieuwe-jaar zo leve,
Dat gy my by d' Eng'le-ry
Wilt d' on-eyndb're woning geven.
|
|