Boertige en ernstige minnezangen(ca. 1710)–Cornelis Sweerts– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] [Klorinde myn leven] Wyze: Ach liefde zoet lyden. Klorinde myn leven, Die ik er bemin; En nooit zal begeeven, Maar eeuwig bezin; Gy gaat voor my vluchten, En lacht met myn smart, En laat my myn zuchten, Noch smooren in 't hart. Dus tegen de reden, Ontfonkt gy myn hart, En 't blyft noch opheden, In strikken verwart, 2. Door liefde gedreven, Klaag ik u myn pyn, wil dan lieve leven, Medogende zyn; Maar zo gy myn klachten, En zuchten verdooft, En Kupidoos krachten, Niet acht of gelooft, Zal hy eens ontsteeken, In u eene vlam, En zich van u wreeken, Die zyn eer ontnam. 3. Hy ziet zelf op Goden. Noch menschen magt, Apollo mogt dooden, [pagina 83] [p. 83] Draak Python met kracht, Maar moest ook gevoelen, Een pyl van dit wicht, En mogt zich niet koelen, In Dafnes gezicht, Verander uw zinnen, Myn lief, neem dit aan, Op dat u het minnen, Niet duur koom te staan, 4. Eer hy u leer lonken, Door wraake daar van, Op een die uw vonken, Nooit uitblusschen kan. Dan moet gy de smarten, Zo gy hem niet eert, Der lydende harten, Zien op u gekeert, En zult het beklaagen, En voelen te laat, Hoe zwaar. 't is te draagen, Te lyden die smaad. Vorige Volgende