Een woord vooraf
Het feit is onmiskenbaar, dat in ons Nederland de dichtkunst reeds vele jaren bij lange na niet zulk een uitgebreide belangstelling heeft mogen genieten als aan het gemakkelijker toegankelijk proza ten deel kon vallen.
Hélène Swarth zelf moest het meermalen treffend ervaren.
Was de dichtkunst dan de mindere?
Wanneer wij de verzen uit dezen posthumen bundel ‘Sorella’ tot ons laten spreken, dan ééns te meer zullen we tot de erkentenis komen, dat ‘het zingende hart van Holland’ gezongen heeft tot het in hoogen ouderdom van ons ging, en het woord op een buitengewoon plan heeft verheven, breeder misschien dan eenig proza vermag te bereiken.
De Lamartine laat in zijn ‘Poète mourant’ den dichter zeggen: ‘Aimer, prier, chanter, voilà toute ma vie!’
Als meisje van nauwelijks 8 jaar hoorde de latere dichteres Hélène Swarth deze woorden en zij troffen haar diep.