Sneeuwvlokken(1888)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] IV. Christelijk. Ik deed aan u gelijk daar staat geschreven, Hoe wreed me uw haat, een snijdend zwaard, doorkliefde. Toen u mijn rechterkoon te slaan beliefde, Heb ik u ook den linker prijsgegeven. 'k Wierp over alles, wat gij hadt misdreven, Den vorstelijken mantel van mijn liefde. Ik deed aan u gelijk daar staat geschreven, Hoe wreed me uw haat, een snijdend zwaard, doorkliefde. Toch deed mijn wrekend lied uw boosheid beven, Zoo 't in uw taal een vriend u overbriefde. Vrees niet! 'k vergaf, 'k vergat zelfs wie mij griefde, Niet zevenmaal, maar zeventigmaal zeven! Ik deed aan u gelijk daar staat geschreven. Vorige Volgende