Rouwviolen(1889)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] VIII. Zijn Uitvaart. Zij vierden zijn uitvaart zoo lieflijk mystiek, Met wierook en bloemen en treurmuziek. Zij brachten hem, dood, naar de doode stad, Waar ik nooit meer een woord van zijn lippen had. Zij brachten hem ver van de plek waar ik woon. Eén sprak bij zijn groeve zoo roerend schoon. Maar géén van zijn vrienden, die dááraan dacht, Dat mijn jeugd nu ten grave was gebracht. Vorige Volgende