Rouwviolen(1889)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] V. Rouw. Mijn tranen stroomen om mijn dooden schat. 'k Wist niet, dat ik nog zóóveel tranen had! O lieve mond, die eens mijn liefde vroeg, Gescheiden leven was al leed genoeg. Hij kwam en lachte en bracht de lente mee En de eerste liefde met haar wel en wee. 'k Hoor noch dien lach, als verre vogelzang, 'k Zie nog het blozen van die bloesemwang. Mijn hart sloeg luid, ik dronk zijn woord als wijn En heel de kamer was vol zonneschijn. O Levengever! blonde Zonnegod! Hoe trof u thans de bliksemstraal van 't Lot! Die heerlijke oogen zien nu zon noch maan.... 'k Heb als een vreemdlinge aan uw graf gestaan. Vorige Volgende