Natuurpoëzie(1930)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 129] [p. 129] Kruis en rozen Heeft dood ten lest dit vlammend hart gedoofd, Geen zware zerk, als leed tot steen verstard! Laat roode rozen rijzen uit mijn hart En 't kruis van heil, dat de Eeuwigheid belooft. In roze-aroom doordringend aardezwart Zal 'k voele' een zweem der zomervreugd, me ontroofd, Beschermend veilig, boven 't moede hoofd Uw zeegnende armen, God van liefde en smart? Zal 'k wanen dan 't verloren leven blij En elken dauwdrop voelen als een traan, In elken stap, een hart, dat komt tot mij, Met bede en bloem? Neen, vliet maar snel voorbij, Arm aardeleven! Laat getroost vergaan 't Versleten kleed, waar ik uit op zal staan. Vorige