Morgenrood(1929)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] XVII Ballet O de openbaring van mijn eerst ballet! Als dronken wanklend, bevende als van koorts, Voel 'k hoe dat schouwspel 'lijk een gouden toorts In brand van schoonheid heél mijn leven zet. Hoe beeld ik, later, Frollo's donkre frons En Phoebus' lach, door eigen mooi verblind En Esmeralda's vlugge als vlam in wind Ziganerdans, bij klank van klokkenbrons En Quasimodo's dwergdroef monsterlijf, Dat borg een ziel zoo lentehemelklaar, Met zelfgevonden rhythmen en gebaar! En 'k voelde 't meer dan spel en tijdverdrijf. En 't arm ballet nog roem ik om de vonk Die 't vuur ontstak, dat héel mijn zijn doorblonk. Vorige Volgende