Bleeke luchten(1909)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] XXIX. Bezonde Wolken. Bezonde wolken, boden van den blonden April, ontplooi' in rozelach mijn stroeven Gesloten mond! laat langer niet bedroeven Zóo donkre smart mijn ziel, die wil gezonden! O blonde wolken! blijf' nog even toeven! Doorblinkt mijn grijzen hemel, godgezonden Beloften! Zwart en zwaar, als droeve zonden, Zag 'k winterwolken 't somber ruim doorgroeven. [pagina 59] [p. 59] Ik hef tot u de handen vroom gevouwen, Wijl zoele tranen mij in de oogen beven. O laat mijn ziel een gouden burcht zich bouwen Van gouden wolken, in de azuren dreven Van eeuw'ge extase en louter lenteblauwen, Waar 'k veilig wone, boven 't lot verheven. Vorige Volgende