Blauwe bloemen(1884)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 103] [p. 103] XXIV. Ghasel. In 't welkend loover ruischt een lied voor mij. Geen lente lacht meer in 't verschiet voor mij. O najaarswind, ik heb uw lied verstaan: De blauwe bloem, die 'k zocht, bloeit niet voor mij. Hoe teeder was - nog is 't niet lang geleên - de hand, die nu mij alsem biedt, voor mij! De zomer week, de vogel vlood, de bloem viel af, en de arm, waarop ik steunde, is riet voor mij. O wind, geef mij één zucht! O regenvlaag, geef mij één traan! Geen andre vliet voor mij. Vorige Volgende