Blanke duiven(1895)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 119] [p. 119] LXIX. Asschepoetster. Verstooten kind in aschgrauw kleed van Stof, Dat aan uw haard, verlaten, 't maal bereidt Voor uw stiefzustren, Waan en IJdelheid, Die rijden blij naar Levens feest en lof! Slavin van knechtsvolk dat zijn vrouwen vleit, Verbannen valsch uit burcht en rozenhof, Eens zult gij tronen in een koningshof, Door feeënzorg naar Levens feest geleid. O stille Ziel, die zwijgend dient en wacht! Stiefkind van kwaad-verwaten Lichaamsschoon, Ween niet zoo droef! eens komt uw zegenacht. Duld nog een wijle ontwijdend-snooden hoon, Weet wie gij zijt, maar draag uw lijden zacht: Eens voert prins Dood u naar Gods vadertroon. Vorige