Blanke duiven(1895)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] XX. Kleine vogel... Kleine Vogel, lentezieltje aan 't zingen, Kweelekeeltje zwellend van muziek! Geef me een zang vol adem van seringen, Kleine Vogel, zie, mijn hart is ziek. Grootsche Wind, o zomerziel der boomen, Ruischend droef uw droom van melodie! Geef me een zang vol koele boome-aromen. Grootsche Wind, zoo gij niet wilt, dan wie? Eeuw'ge Zee, o ziel van elk getijde, Bruischend brekend elken golvenwil! Geef me een zang die me uit mijzelv' bevrijde, Eeuw'ge Zee! mijn hart is krank en stil. Vorige Volgende