Blanke duiven(1895)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] VIII. O liefste met uw godenlach.... O Liefste met uw godenlach, Dien 'k aan mijn hart gebogen zag, Dien blauwe’ en gouden zomerdag, Vol geur van blanke bloemen! O Lief die leven schiep uit dood! O Gever van mijn liefdebrood! Genezer van mijn zielenood! Hoe zal mijn dank u noemen? O gij die wilt mijn Alles zijn En koestren 't moede harte mijn In engelarmen warm en rein, Wat zal mijn dank u geven? - De rozen van mijn vroolijkhcid, De leeljen van mijn droomentijd, De palmen van mijn vrome vlijt, De lauwer van mijn leven. Vorige Volgende