Blanke duiven(1895)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] VI. In duin. De zilvren wolken zijn als cherubijnen, Die spelemeien in de blauwe lucht. In teeder amethyst van mistgordijnen, Wijkt ver in zee de laatste meeuwenvlucht. Ik lig in duin en zie de zon verdwijnen En luister naar het ruischen van den zucht Der blanke zee, waar paereltinten kwijnen, Die nooit kan slapen en die eeuwig ducht. En 'k voel de loomheid van mijn leden zinken In 't weeke zand, waar 'k ze achtloos nederlei, En stijgen hoog en licht en schoonheid drinken, Bevrijd van de aard door englen-medelij, Mijn blijde ziel, waar liederen in klinken, Zooals geen tong met woorden wederzei. Vorige Volgende