Blanke duiven(1895)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] I. Als blanke meisjes. Als blanke meisjes, diep in 't bosch aan 't baden, Wen wulpsche knapen haar bespieden komen, Vluchten verschrikt in 't heiligdom van boomen, Omslaande in haast de vrool'ke roosgewaden; - Zoo vlieden huivrend uit mijn ziel mijn Droomen, Die rein in maagdelijke waatren waden, Hullend in mantels, die geen vorm verraden, De zwaneleden, die ontwijding schromen. O laat mijn Droomen vrij en veilig drijven Op 't blauwe meer, in 't bosch waar zij behoorden! O dwingt haar niet, met eerbiedloos verdrijven, Tot angstig kleeden in gewaad van woorden Haar teêr etherisch schoon, dat toch zal blijven Geheim voor de onbescheid'nen, die haar stoorden! Vorige Volgende