Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] Stervende in de lente Wat zal, wat mag van lente's bloei ik geven Die doodgewijde en doodsbereide vrouw, Die sterven moet nu week al wintergrauw En droef herdenkt haar bleek en eenzaam leven? Ik breng haar cineraria's, roze en blauw Als lentewolken boven avonddreven - Aschbloem voor asch - en bid dat ze op moog zweven, Bevrijd en blij en Gods gelaat aanschouw. Maar 'k durf geen woord van hemeltroost te wagen, Wijl ze enkel peinst hoe, over luttel dagen, Haar dragen komt de trage zwarte wagen Naar 't koele bed, waar ze eindlijk slapen zal, Terwijl haar ziel versmelt, na de aardeplagen, Een traan gelijk, in d'oceaan van 't Al. Vorige Volgende