Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Laatste Wensch Zij sprak: ‘Voorgoed zal eindlijk slaap toch komen, Dien nu, bij nacht, mijn moeheid niet kan vinden - Als dan, gewiegd door 't suizellied der linden, In vrede ik rust van 't leven, zonder droomen, Laat open 't raam, sluit rouwend niet de blinden! Laat bloemengeur en zongoud binnenstroomen. Ik had zoo lief de laan met al haar boomen, Die 'k uit mijn bed zag - 't Leek of mij ze ook minden. Zoo morgen weer me uw trouwe stem wil wekken En 'k roerloos blijf en bleek en word niet wakker, Verwelkom Dood, mijn langverbeiden makker, Niet met een zwart gewaad - De baar laat dekken Met wit fluweel en blanke paarden trekken Den wagen, die mij draag’ ten doodenakker.’ Vorige Volgende