Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Op de Heide Zij sprak: - ‘O mocht ik op de heide sterven, Waar 'k nu veerkrachtig voortschrijd, blij en vlug, Ik deinsde niet voor dood zoo bang terug - Maar lijdlijk wachten eindelijk verderven, In sombre kamer, waar ik, bleek, verstug, In koortsklam bed, waar pijnen mij doorkerven En angsten grijnzend door de kamer zwerven, Arm slachtbankdier, geworpen op den rug! ‘Als 'k dood voel kloppen aan mijn hart, laat vluchten Me als een gevangne uit klem van enge cel, Mijn brekende oogen laven laat de luchten, Vol hemelblauw en zilvren wolkenspel, Mijn adem stil in d'adem Gods verzuchten - Zacht neemt dan God mij in Zijn armen wel. Vorige Volgende