Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Met vrome vingren... Met vrome vingren vlecht de weduwvrouw Rond zijn portret een krans van klimopgroen, Op 't kille glas dan trilt haar teedre zoen. En 't mooie meisje in vroolijk lenteblauw, Terwijl de bleeke weduw roemt zijn trouw, Herdenkt hoe eens, in avondzwart plantsoen, Hij háar omarmde en hoe zij, fier, hem toen Verwees tot haar, die thans voor hem draagt rouw. Een vogel floot, seringen geurden zoel, Zijn lieve mond lokte als een Edenvrucht, Doch zij bleef sterk - En wijl mooi meisje zucht, Verbergt de vrouw, in waan van meegevoel, Haar smartgelaat in 't kleedje blauw en koel, Als droef een kind, dat naar een zusje vlucht. Vorige Volgende