Beeldjes uit vrouwenleven(1938)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] Schildersvrouw Met vonklende oogen moet hij haar vertellen, In wreede plaaglust, wiegend haar op schoot, Waar ze, als verlamd, de leden voelt als lood, Hoe hem bekoort de mooiste der modellen. Zij, bleek van smart, van toorn en schaamte rood, Wil los zich wringen, maar zijn armen knellen. Zij voelt zich weerloos, weet hoe van dit kwellen Hij meer dan eens genadeloos genoot. Elk woord doorvlijmt haar hart, zij wil niet luistren, Maar hoort - en zwijgt. Hij vreest geen scherp verwijt, Al enger blijft hij in zijn armen kluistren De teedre vrouw, al weet hij dat zij lijdt. Verdrongen tranen, die haar blik verduistren, Straks vloeien ze over in haar eenzaamheid. Vorige Volgende