Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 190] [p. 190] XXVIII. In de kerk. Geheimvol tint de gloed der zilvren lampen De blanke beelden, die betooverd schijnen, En 't outer waar, omwolkt van wierookdampen, In marmren vazen, roos en lelie kwijnen. Aan 't lichtend kruis, gemaald in scherpe lijnen, Hangt, bleek en zwichtend onder 't wicht der rampen, De Man der Smart zijn laatsten kamp te kampen. 't Bloed zijner wonden vonkelt als robijnen. Een rimplig vrouwtje, in 't zwart gewaad der weeuwen, Voor 't altaar knielend, brengt haar offerande: Een witte waskaars, die voor Christus brande. Hoe blinkt uw vuurbaak door den nacht der eeuwen, O zoet geloof, opdat geen scheepje strande! - Hoog zwelt de zee, mijn bootje omfladdren meeuwen. Vorige Volgende