Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 164] [p. 164] II. Zingen. Klinkt niet in 't woud de klacht der nachtegalen? Blinkt niet de glimworm, in 't struweel verscholen? Waait niet de wind vol geuren van violen, In lentelaantjes, waar wij droomend dwalen? Heeft niet de nacht de blanke ster bevolen, Zoo ver zij kan, te prijken met haar stralen? Zou ik alleen dan aan mijn roeping falen? De lucht die 'k inâam dunkte mij gestolen. Laat mij van schoonheid, liefde en lijden zingen! Doch, vraagt daar een waarop mijn zangen doelen, Dien onbescheidene antwoord ik met zwijgen. Vraagt gij waarom aan 't bloeien der seringen? Waagt gij te vragen wat de vogels voelen Die zonnedronken naar den hemel stijgen? Vorige Volgende