Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 91] [p. 91] VI. Avond. Op 't leien dakje lekt en ruischt de regen. In 't koele kluisje heerscht geheimvol donker. Verlangend blikt liet blonde kind naar buiten En tuurt en wacht... of Vader nog niet thuiskomt. Blank, in het maanlicht, glinstrend door de wolken, - Een zee van zilver - liggen weide en bouwland. Droef giert de wind door wilge- en olmenloover En tegen 't venster tikt een tak, die loswoei Van 't groen gewaad der veilbekleede woning. Stil! in de verte gilt de schrille stoomfluit En langs de velden vliedt, met vlammend vuuroog, - Een zwarte slang - in volle vaart, de spoortrein. Vorige Volgende