Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] XXXVI. Rijpe druiven. In 't vaal gebladert ligt de bleeke vrouw, Het bronsbruin haar omkranst door wingerdloof, Een druiventros in de opgeheven hand, En lacht, met halfontloken roode lippen En droomvolle oogen, 't blauw der herfstlucht toe, Waar purprend loover trilt in 't zonnegoud. En tusschen vingerdrank en trossen, fluit Een lijster, die de ziel der druiven dronk, Zijn lied van lust, luid schallend door het blauw. Vorige Volgende