Beelden en stemmen(1887)–Hélène Swarth– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] II. De frambozen. Klein Blondje lacht, de handjes vol frambozen. De groene struik die, mild, zijn roode vruchten Haar snoepziek mondje en gragen vingers, aanbood, Is leeggeplunderd. O 't was zóó verleidlijk! En op haar schat kan moeder toch niet boos zijn! Blij schiet de zon door 't loof der hazelaren, Op lokkenblond en lippenrood haar goudglans. Op 't linnen jurkje met zijn lichte zandkleur, Op donzig halsje, op mollig rozeknietje, Op 't wazig purper der frambozen, wiegelt Der blaadren schaûw, bewogen door het koeltje. Vorige Volgende