Den singende swaen
(1664)–Willem de Swaen– AuteursrechtvrijWillem de Swaen, Den singende swaen. Arnout van Brakel, Antwerpen 1664 (tweede druk)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Utrecht, signatuur: Gregorius 105
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Den singende swaen van Willem de Swaen in de tweede druk uit 1664. De eerste druk dateert van 1655.
redactionele ingrepen
Een deel van de tekst ontbreekt in het gebruikte exemplaar. Dat is hier aangevuld met behulp van exemplaar Koninklijke Bibliotheek, signatuur: 174 C 1.
Op verscheidene plaatsen in de ‘Stem’ staan accolades die meerdere regels overspannen. Omdat dergelijke accolades in deze digitale versie niet goed weergegeven kunnen worden en deze slechts een decoratieve functie hebben, zijn de accolades weggelaten.
p. 73: ‘vroomighden’ → ‘vroomigheden’: ‘Wilt Schaev'laes vroomigheden’.
p. 155-159: in het origineel zijn de Nederlandse en Latijnse versies van het lied tegenover elkaar afgedrukt. In deze digitale editie is de Latijnse tekst van p. 159 verplaatst naar p. 158.
p. 229: ‘hoochchsten’ → ‘hoochsten’: ‘Hier ne'er, uyt d' hoochsten throon’.
p. 292: ‘Christ s’ → ‘Christus’: ‘Van Christus, Wien Hy by was vroegh en laet’.
p. 296: ‘hehadt’ → ‘gehadt’: ‘Dat Hy dees alleen, altijd by sich heeft gehadt’.
p. 345: In de margenoot staat een accolade die meerdere regels overspant. Omdat dergelijke accolades in deze digitale versie niet goed weergegeven kunnen worden en deze slechts een decoratieve functie heeft, is de accolade weggelaten.
p. 401: ‘vergarmt’ → ‘vergramt’: ‘Door mijne sond' vergramt hebt seer’.
p. 416: In de kop staat een accolade die meerdere regels overspant. Omdat dergelijke accolades in deze digitale versie niet goed weergegeven kunnen worden en deze slechts een decoratieve functie heeft, is de accolade weggelaten.
p. 446: ‘get’ → ‘het’, ‘eeuwick’ → ‘eeuwich’: ‘Van all' die volght na het Lam dat eeuwich leeft’.
p. 522: ‘nu nu’ → ‘nu’: ‘En mijn sonden nu beween’.
p. 564: ‘groooten’ → ‘grooten’: ‘Met grooten yver bidt’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[fol. *1r]
DEN
SINGENDE
SWAEN:
DAT IS.
Den Lof-sangh der Heyligen,
Die als Singende Swaenen, de dood bly-
geestigh hebben ontfangen.
Gemaeckt door G. D. S.
I H S
PRIMUS
PRINCIPIUM
NOVISSIMUS,
ET FINUS.
T' ANTWERPEN,
By Arnout van Brakel, op de Wijngaert-
Brugge, in de Wijngaert-Poorte: 1664.