Werken. Deel 6(1934)–Michiel de Swaen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 231] [p. 231] Uytspraek Over de prysen Gy, die de musen hebt in uwe wiegh omvangen En (Altyt Wacker) draeft met rymen, en gesangen, Tot op den helicon, als Phebus trouwen vrient, Hebt, door uw kloek vernuft, den eersten prys verdient Met hoveerdy haer verf, en waere schets te geven. Benevens u sien wy twee yveraers verheven Om hun rymkonstigh werk gelyk in eer, en lot. Dien schryft, Geluk in druk, en desen, Al om Godt, Hen volgt in roem, en lof, die, met soo stercke reden, Den aert van hoveerdy wist met de pen t'ontleden. Verheugt in Somertyt, den prys van 't soetste liet Verwerft den konstgenoot, die in syn Droomen niet Bejegent, dan bedrogh. Den Koningh magh wel gissen Dat hy den prys der clucht becomt met niet te missen. Wel aen konstlievers gaet in uwen iever voort, Soo wort de vlaemsche maegt door uwen geest bekoort. Vorige Volgende