[Woord vooraf]
In de twee laatste deelen onzer uitgave, V en VI, geven wij al de kleinere gedichten van M. De Swaen. Zij komen voor in de handschriften II, III, en IV. Wij laten ze verschijnen in de orde, waarin de dichter ze geplaatst heeft. Hierover werd uitvoerig gehandeld in de algemeene inleiding, bl. 61 en volgende.
Een gering aantal dezer gedichten werd uitgegeven in 1722 door P. Labus, drukker te Duinkerke, onder den titel ‘Zedelijcke Rijmwercken en Christelijcke Gedachten’. Het eerste in omvangrijkste deel der uitgave werd bezorgd door 's dichters zoon, Fr. L. De Swaen, kloosterling ‘in de Abdije van S. Nicolais tot Veurne’. Het bundeltje bevat enkele stukken, welke in de handschriften niet voorkomen. Wij zullen deze mededeelen aan het eind van het laatste deel, na de gedichten uit de handschriften; zulks om de orde, door den dichter zelf bepaald, niet te verbreken.
In ‘Het Dobbel Refereynboeck’ van François Forret, ook bij Labus gedrukt in 172(?), werden negen stukken uit bovengenoemd werkje overgenomen.
Dr V. Celen.