verzeker ik den Lezer, dat my alle deze onheilen niet verveelen, want het is een eigendom van Pallas, en de haaren, kinderloos agter den dyk Apol te zien op, en te zien ondergaan, zonder 'er iets van te profiteeren, als haar te verblyden over de voortreffelykheid van zyn nabyheid, en haar te bedroeven over zyne wyking, als de nagt deszelfs klaarheid toegrendelt door donkere gardynen. Ik zou winsteloos, ja tot myn schade, en tydverlies dit werk nog langer hebben uitgerekt, had een ziekte, byna tot de dood toe, de loop van myn voornemen niet gestut. Een meêr dan gemeene zwakheid des lighaams heeft myn ziel overrompelt met een onmagt, om de meeningen myner geest te penseelen, en langer te vertoonen, dat ik als een muilezel wel bekwaam ben, om byna van een ieders tong met een schimpspoor bereden te worden, dog geheel niet in staat schyn, om afzetzels van myn aard voort te brengen. Die van zyn Vaders kant van een paard, en van zyn Moeders zeî van een ezel is te zaamen gesteld, sterft kinderloos. Ziet daar een nette beschryving van myn familie, vrienden, en afkomst, waar mede ik my weinig bekommer, en die ik meêr schuuw, dan ik ze nader, in zo verre zy aan de graauwe ridderordre der langöorige sociëteit behooren. Ik kan met Midas niet hotten, schoon ik geen Foebus ben. Die snaak praat van een quart percent, van maaten, en gewigten, en dewyl de zon die dingen niet bezigt, maar, als de eerste kerk, alles na de algemeene liefde wikt, zo is 'er, en blyft 'er een stuiting tuszen den dag, en de nagt, waar van in deze volgende bladeren vry wat te doen valt. Ik prys ze niemand aan, om niemand te bedriegen, maar ik legze, als de bakker zyn bollen doct, op het venster te pronk. Wil ze iemand koopen, wy zyn gereed om ze te leveren, en schoon ze door de overvloedige gest een weinig bitter hier, en daar vallen, zo zyn ze dog gezonder, als de universalin van Doctor Crispyn, die door een schielyke operatie zo rustverwekkende zyn, dat de innemers der zelve, door geene met salpeter geladene kanon, nog mortiertongen konnen wakker geschreeuwd worden. Daar schuylen onder onze semelen hier, en daar eenige greintjes blom, die den doortogt behulpzaam zyn voor veruitziende reizigers, die buiten hun zelven gaarne wenszen te trekken na die verborge zelfsheid, waar by de Heeren Goudmakers zweeren den lapidem Philosophorum toe te stellen. Dat grapje is in deze mixturen te bagge-