Tweede muziekboeksken(1888)–Tielman Susato– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende 48. Een costerken op syn clocken clanc smorgens vroech en weckte de lien. Een aerdich vrouken, wit en blanc, moest met leepen ooghen aensien. Doen sprack dat vrouken: "macht gheschien, "spant op u cloxkens en beyt niet lanc "laet ons spelen, den binc, den banc, "van tinge, tinge, tanc! "Goeden ontfanc sal u geschien, "dus soo en wilt van daer niet vlien!" Vorige Volgende