rizontale vlak als de vingers en de handpalm, de bal rustende op het midden van de handpalm. De serveerder moet de bal met de vrije hand omhoogwerpen.
Na het op de juiste wijze opgooien van de bal wordt deze met het bat geslagen, zodanig dat hij eerst het eigen spelvlak en daarna dat van de tegenstander raakt, zonder met het net in aanraking te komen.
Op het ogenblik dat bij de beginslag het bat met de bal in aanraking komt, moet de bal zich buiten het speelvlak bevinden, dus achter de eindlijnen of de denkbeeldige verlenging hiervan. Elk der spelers poogt de bal zodanig in het speelvlak van de tegenstander te plaatsen dat deze niet in staat is de bal correct te retourneren. Voor elke gewonnen slag wordt een punt toegekend. Hij die het eerst 21 punten heeft behaald wint een game. Hebben beide spelers 20 punten bereikt, dan wordt er doorgespeeld tot één van hen twee punten op dé ander voor staat. Een wedstrijd gaat hetzij om drie gewonnen games (best of five), hetzij om twee (best of three). Na elk vijftal punten wordt van service gewisseld. Bij de stand 20-20 wordt beurtelings geserveerd tot de beslissing gevallen is.
Het lichaam dat het internationale tabletennis-wedstrijdwezen regelt is de International Table Tennis Federation (ITTF), die in 1926 werd opgericht (zie Grote Winkler Prins Encyclopedie).
De tafeltennissport moet rond juli 1936 in Suriname geintroduceerd zijn en wel op Moengo. Op initiatief van de heer A. d'Fonseca kwamen enkele vrienden bij elkaar ter beoefening van de tafeltennissport.
Aan het begin was er een goede opgang, daar men al in staat was een toernooi te organiseren. Aan dit toernooi namen 10 mensen deel en gestreden werd om een polshorloge. Deelnemers van dit toernooi waren: juf G. Schoon en de heren E. Boucke, E. Doelwijt, W. de Miranda, M. de Koning, O. Sanchez, L. Herrenberg, E. Jie Sam Foek, S. Sovan en A. d'Fonseca.
Dit toernooi startte op donderdag 16 juli 1936 in het clubgebouw van Moengo en de winnaars waren: W. de Miranda (1e), A. d'Fonseca (2e) en L. Herrenberg (3e). Ter stimulering van de tafeltennissport in Suriname werd op zondag 26 december 1937 een demonstratie-wedstrijd tussen de heren Rick Anijs en J. van Vonderen gespeeld in het afdelingsgebouw van de padvinders op het Vailliantsplein.
Deze demonstratie had ook ten doel het publiek bij te brengen hoe dit spel technisch moest worden gespeeld. Na afloop van de partij tussen van Vonderen en Anijs, mochten geïnteresseerden een partijtje met deze heren spelen.
Na 1945 kregen Surinamers belangstelling voor tafeltennis. Het tafeltenniscentrum was toen Het Park. Eén keer per jaar organiseerde de Troepenmacht in Suriname een sportweek, waarin ook tafeltennis was opgenomen. genomen.
Bekende spelers van toen zijn o.a. Cyril Jong Tjien Fa, Leo Jong A Kiem, Harold Slengaard, George Wiebers en de gebroeders Emanuels.
Een markant punt in de tafeltennishistorie is het jaar 1948, toen een bundeling van spelers leidde tot de oprichting van een bestuur onder leiding van de heer Rodriques. Op zondag 2 mei 1948 werd een aanvang gemaakt met de eerste open kampioenschappen en deze wedstrijden werden door het pas gevormde bestuur georganiseerd.
In totaal stonden 190 wedstrijden op het programma en de eerste werd gespeeld tussen Harold Slengaard en George Wiebers. Harold Slengaard won niet alleen deze partij, maar hij werd ook kampioen van dit toernooi. Zo werd Harold Slengaard de eerste tafeltenniskampioen van Suriname. Wel moet aangetekend worden dat George Wiebers in 1948 geen kampioen werd, maar in de jaren 1949-1953 domineerde hij de tafeltennissport (zie George Wiebers).
Na deze kampioenschappen ontstonden verenigingen zoals Patronaat, Brutusclub, Tris en Vervuurt's Bank. Later toen de Chinezen hun entree deden in deze sport, kwam de vereniging Chung Fa erbij.
Patronaat nam toen het initiatief om tweemaal per jaar open wedstrijden te organiseren.
Op 29 januari 1950 werd Spes Patriae competitie-clubkampioen en wel voor de derde achtereenvolgende maal (zie Spes Patriae).
Nadat George Wiebers tussen 1949-1953 tijdens de individuele kampioenschappen gedomineerd had, werd hij in 1954 door Rudy van Bochove onttroond. Rudge werd toen tweede en Jong Tjien Fa derde.
Bij de dames werden respectievelijk Kreps, Putters en Blufpand le, 2e en 3e.
De landskampioenschappen van 1956 die op 20 juni eindigden, brachten de volgende kampioenen naar voren:
Heren-enkel |
J.C. Broeders |
Dames-enkel |
M. Kreps |
Heren-dubbel |
Haime/Tjin A Djie |
Dames-dubbel |
A. Putters/Feskins |
Gemengd-dubbel |
M.Kreps/van Bochove |
Op zondag 17 maart 1957 vond in het Patronaat de start plaats van de eerste officiële clubkampioenschappen. Aan dit toernooi namen niet minder dan 10 verenigingen deel. Enkele van de verenigingen werden vertegenwoordigd door:
Kwie Kwie: van Aalst, Jong Tjien Fa en van Aalst
Blue Birds: Slengaard, Ho Len Fat en Lieuw Jie Sang
Bruynzeel: Vriendwijk, Linger en Hessen
HNS: Guman, Chanderbahn en Jagroep
Brutus Club: van Bochove, R. Tjin A Djie en Haime
Spes Patriae: Rudge, G. Wiebers en Emanuels
Behalve vorengenoemde verenigingen namen ook aan het toernooi deel Vitesse, Young China, Patronaat en MTC. Op zondag 12 mei 1957 werd de finale uitgevochten tussen de verenigingen Spes Patriae en de Brutus Club. De uitslag was als volgt:
Spes Patriae |
vs |
Brutus Club |
|
Wiebers |
- |
Tjin A Djie |
2-1 |
Rudge |
- |
van Bochove |
1-2 |
Emanuels |
- |
Tjin A Djie |
2-1 |
Wiebers |
- |
Haime |
2-1 |
Emanuels |
- |
van Bochove |
1-2 |
Rudge |
- |
Haime |
1-2 |